C.E.E.S en LVB samen op weg
C.E.E.S richt zich op de (SG)LVB jongeren waarvan duidelijk is dat zij vanwege hun beperking(en) niet meer kunnen werken en daardoor afhankelijk blijven van de Wajong regeling.
De term (SG)LVB wordt gebruikt voor mensen met een licht verstandelijke beperking met ernstig tot matig regieverlies, die worden behandeld en begeleid vanuit de gehandicaptenzorg. Bij C.E.E.S betreft het jongeren die te maken hebben met een combinatie van beperkingen en problemen. Die kunnen variëren van:
- Leerproblemen
- Agressie regulatie
- Psychiatrische problemen
- Sociale problemen
- Sociaal- en emotionelen problemen
- Motivatie problemen
- Problemen in gezagsverhouding
- Verslavingsproblematiek
De combinatie van beperking en probleem leidt bij deze jongeren vaak tot (ernstig) gedragsproblematiek.
Wie komen er in aanmerking voor het aanbod in arbeidsmatige dagbesteding?
- Thuiswonende jongeren met een Persoonsgebonden budget (PGB), waarvan het component dagbesteding door budgethouder kan worden ingekocht.
- In een zorginstelling wonende jongeren met diagnostiek (SG)LVB en indicatie dagbesteding (onderaanneming).
- Zelfstandig wonende jongeren die hun Persoonsgebonden budget (PGB) dagbesteding laten beheren door budgethouder.
- Jongeren waarvan ouders AWBZ zorg willen omzetten in een Persoonsgebonden budget i.o.m het regionaal zorgkantoor.
- Jongeren waarvan huidig dagbestedingsaanbod niet aansluit bij zijn of haar wens en behoeften.
- Langdurig werklozen, thuiswonende jongeren die de regie over het eigen leven dreigen te verliezen (verveling) en weer arbeidsperspectief willen ervaren.
- Vroege schoolverlaters, die geen perspectief hebben op werk of scholing.
- Jongeren die tijdelijk niet in staat zijn zich te handhaven in het reguliere werk, maar door coaching en training in de arbeidsmatige dagbesteding terug kunnen keren naar het reguliere werk.
Belofte naar de Jongeren
Jongeren die arbeidsmatige dagbesteding vinden bij C.E.E.S, kunnen rekenen op onvoorwaardelijke ondersteuning. Die ondersteuning houdt niet op na de arbeidsmatige dagbesteding: waar nodig gaat dit ook na werktijd door. De jongere krijgt voldoende uitdaging en kansen voor verantwoordelijkheden en ervaart ruimte voor persoonlijke groei en ervaart arbeidsperspectief.
Na mogelijke tegenslag, gaan de jongere en C.E.E.S verder waar ze gebleven waren. Wanneer nodig bezoekt C.E.E.S de jongere in de thuissituatie. Hierdoor kan mogelijke tegenslag snel worden besproken. De jongere blijft betrokken bij het werk en kan zijn werkzaamheden snel hervatten.
Hierdoor groeit het zelfvertrouwen. De jongere ervaart persoonlijke groei én herstel van zijn leven.